Overweegt u vloerisolatie maar heeft u geen kruipruimte? Of heeft u wel een kruipruimte maar is die niet goed toegankelijk? Hoe maakt u een kruipruimte toegankelijk? En zodra u dan toegang heeft tot de kruipruimte, wat is er dan mogelijk? Wanneer is isolatie aan de onderzijde van de vloer geen optie en is alleen isolatie op de bodem van de kruipruimte mogelijk? In dit artikel vindt u antwoorden op deze vragen en wordt uitgelegd waar u op moet letten als u de vloer wilt isoleren als u geen kruipruimte heeft.
Slecht toegankelijke kruipruimte isoleren
Sommige woningen hebben een ontoegankelijke kruipruimte onder de woning. Als dat voor uw woning het geval is, is het slim om te achterhalen of u de kruipruimte op een bepaalde manier toegankelijk kunt maken. De vloer wordt namelijk het meest effectief via de kruipruimte geïsoleerd.
De kruipruimte kan toegankelijk gemaakt worden door vanuit de woning een luik te maken. Dit betekent dat een deel van de vloerbedekking zal worden geschaad. Een andere optie is vanaf de buitenzijde van de woning door de grond bij het maaiveld te verwijderen en een gat te maken in de buitengevel. Als er slechts bepaalde compartimenten van de kruipruimte niet toegankelijk zijn, kan bijvoorbeeld onder de funderingsmuur door worden gegraven om bij de afgesloten compartimenten te komen.
Om de kruipruimte of onderkant van de vloer te kunnen isoleren zijn details van de kruipruimte van belang, zoals de hoogte van de kruipruimte en het aantal compartimenten. De eerste uitdaging bij het isoleren van uw vloer is daarom om informatie te vinden over de eventuele kruipruimte. Het kan handig zijn om de bouwtekeningen van uw woning er eens op na te slaan. Als u dezelfde (soort) woning heeft als uw buren, kan het ook helpen om eens een kijkje hun te nemen. Een alternatief is om een bouwkundig adviseur of een isolatiespecialist in te schakelen die dit voor u kan achterhalen.
Meer informatie over het isoleren van een kruipruimte kunt u terugvinden in het artikel ‘isolatie van de kruipruimte: vloer- en bodemisolatie’. Mocht de kruipruimte echt niet toegankelijk gemaakt kunnen worden of is het in uw geval niet rendabel, kunt u onderstaande opties overwegen.
Vloerisolatie zonder kruipruimte
Vloerisolatie aan de bovenzijde van de vloer
Voor woningen zonder kruipruimte (of woningen in een appartementencomplex) is het mogelijk om de vloer te isoleren door onder de vloerbedekking een isolatielaag aan te brengen. Daarvoor moet wel de huidige vloerbedekking verwijderd worden. Grofweg zijn er twee opties:
Optie 1: Aanbrengen zwevende dekvloer. Een zwevende dekvloer is een vloer die wordt aangebracht op een bestaande draagvloer. Er wordt isolatiemateriaal aangebracht tussen de grondvloer en de dekvloer. Hierdoor wordt energie bespaard en het werkt ook geluidisolerend. Vanwege de geluidsisolatie is dit vaak een vereiste voor bewoners in appartementencomplexen met onderburen, zoals in VvE’s, als een laminaat of houten parketvloer aangelegd gaat worden. Met het aanbrengen van een dekvloer komt de vloer wel wat omhoog. Dit kan van invloed zijn op drempels, deuren en deurklinken, plinten, en in sommige gevallen ook de verwarming.
Optie 2: Breng een nieuwe vloer aan, waarbij de onderzijde van de vloer is voorzien van isolatiemateriaal. Een voorbeeld daarvan is een isolerend ondertapijt.
Nieuwe vloer aanbrengen
Het aanbrengen van een nieuwe vloer is een grotere klus. Een logisch moment hiervoor is als wordt besloten de oude vloer te verwijderen door bijvoorbeeld houtrot of betonrot. Als u besluit om een nieuwe vloer te plaatsen, houd er dan rekening mee om voldoende isolatie te plaatsen aan de onderkant van de vloer of in de vloer zelf. Vraag naar de isolatiewaarde (Rc-waarde) van de nieuwe vloer om te bepalen of de vloer voldoende isolerend is. Een Rc-waarde van minimaal 3,5 is in de regel voldoende om effectief verlies van warmte tegen te gaan. Als u meteen vloerverwarming laat plaatsen, is een Rc-waarde van 4,5 verstandig. Zo verhoogt u het comfort in uw woning en verlaagt u de energierekening.